Rechten en plichten
Wanneer je zorg of ondersteuning levert of ontvangt heb je rechten en plichten. Deze dragen bij aan de veiligheid, het vertrouwen en de kwaliteit in de zorg- en dienstverlening.

 

In de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) staan de rechten en plichten van cliënten die zorg of ondersteuning ontvangen. Deze wet heeft betrekking op de relatie tussen jou en je specialist of de hulpverlener waar je zorg afneemt.

 

Vrije keuze van zorgaanbieder is één van de rechten die je in Nederland hebt. Je hebt ook het recht op vrije keuze wanneer je van zorgaanbieder wil veranderen, als je niet te spreken bent over de geleverde zorg. Je zorgaanbieder mag jou hier niet van weerhouden.

 

Transitie
Sinds de transitie/decentralisatie van de zorg in januari 2015 regelt de overheid de zorg niet meer centraal. De AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) werd opgesplitst in Wmo, Jeugdwet, Wlz en Zvw. Waar Wlz en Zvw nu door zorgkantoren en zorgverzekeraars geregeld worden, worden Wmo en Jeugdwet nu geregeld door de gemeente.

 

Door deze verandering is een vrijere markt ontstaan in de zorg. Dit zorgt voor een grotere concurrentie tussen zorgaanbieders waarbij met regelmaat helaas ook misbruik gemaakt wordt van de kwetsbare doelgroepen die zorgbehoevend zijn. Zij zijn vaak onwetend betreffende bepaalde onderwerpen die bij kwalitatief goede zorg- en dienstverlening horen.

 

Deze vrijere markt met zijn concurrentie zorgt voor commercialisering waarbij financiële aspecten soms zwaarder lijken te wegen dan zorginhoudelijke aspecten. Dit leidt niet alleen tot discussies op beleidsniveau, maar is ook bij zorgaanbieders onderling en cliënten een  terugkerend onderwerp van gesprek.

 

Dergelijke onderwerpen zorgen ervoor dat er veelvuldig sprake is van onrust in het sociaal domein, een domein waar juist behoefte is aan rust om te kunnen realiseren wat nodig is; ontwikkeling. Zorgregio’s worstelen soms dan ook nog met de hervormingen in de zorg die noodzakelijk zijn geworden door deze transitie.

 

Criminaliteit

Onduidelijkheden op beleidsniveau zorgen ervoor dat er ‘creatieve oplossingen’ worden gezocht. En hoewel innovatie en creativiteit steeds meer gevraagd en gesteund worden binnen het sociaal domein, zijn steeds meer grensoverschrijdende gevallen bekend.

 

Een inmiddels welbekend fenomeen en goed voorbeeld van zorgcriminaliteit is de zogenoemde PGB-fraude. De afgelopen jaren zijn in de media verschillende zaken van PGB-fraude aan het licht gekomen. Voorbeelden van PGB-fraude zijn; het verduisteren van gelden door valse zorgovereenkomsten, het declareren van zorg die niet gegeven werd, gelden die gebruikt werden voor niet zorg gerelateerde doeleinden, etc.

Mede door de aandacht die de media heeft gegeven aan PGB-fraude, zijn meer fraudegevallen met PGB aan het licht gekomen. Deze toename heeft ervoor gezorgd dat het ministerie inmiddels heeft ingegrepen en maatregelen heeft genomen om dergelijk misbruik in de toekomst te voorkomen. Daardoor komen dergelijke gelden minder snel in handen van mensen die niet in staat zijn hier goed mee om te gaan.

 

PGB-fraude is helaas niet de enige vorm van criminaliteit in de zorg. Dit gebeurt op meerdere manieren, in meerdere lagen binnen de zorghiërarchie. Uit ervaringsverhalen kunnen wij opmaken dat dit zowel op cliëntniveau, organisatieniveau als beleidsniveau plaatsvindt.

 

Door middel van dit document willen wij bewustwording creëren. Hierdoor hopen wij meer bekendheid te geven aan de manieren waarop de grenzen worden opgezocht, druk wordt uitgeoefend, grenzen worden overschreden of richtlijnen niet worden gerespecteerd.